De gechiedenis van Hulten

De streek rond het huidige Hulten is lang geleden reeds bewoond. Door een vondst van een Merovingische pot in de bodem van Hulten weten we zeker dat er in de Frankische tijd (± 800 n Chr.) mensen gevestigd waren. Daarnaast werd bij de herbouw van de Prinsenhoef in 1944 een oude drinkwaterput gevonden, opgebouwd uit graszoden en werd middeleeuws aardewerk aangetroffen. Waarschijnlijk was het een hoeve van de Abdis van Thorn (gravin van Strijen), waaronder toen het huidige grondgebied van Gilze en Rijen viel.

 

Uit een oude akte weten we dat Hulten in 1293 een aparte heerlijkheid was, toen nog aangeduid als Holten of Heulten. In 1368 verkocht de toenmalige leenheer Wouter van Diedeghem het grondgebied Hulten aan Jan van Polanen, Heer van Breda. Vanaf die tijd hoorde Hulten tot de Baronie van Breda.

 

In de loop van de eeuwen werden er boerderijen in de omgeving gebouwd, waardoor er buurtschappen ontstonden, zoals Hulten, de Heikant, de Hoge en Lage Haansberg, het Broek en Klein Tilburg. De boeren uit de gehuchten rond Hulten gingen in Gilze naar de kerk en ook de kinderen u moesten te voet naar school in Gilze.  

 

Al deze ontwikkelingen ten spijt is 1913 voor het huidige Hulten hét sleuteljaar.

 

Door de ontginningen en de economische groei vestigden zich steeds meer mensen in Hulten. Op 13 mei 1913 werd een eigen parochie gesticht. De nieuwe parochie telde toen in totaal c.a. 374 zielen en werd toegewijd aan de Heilige Gerardus Majella (patroonheilige tegen ziekten en alle huiselijke problemen, maar in de volksmond ook wel de heilige van 'hopeloze zaken' genoemd).

 

De eerste pastoor Jacobus A.C.M. de Wit gaf opdracht tot de bouw van een kerk die op 4 februari 1914, tezamen met de school, werd ingezegend door bisschop Hopmans van Breda. 

 

Met de komst van de kerk komen in Hulten activiteiten van de parochie en het verenigingsleven op gang. Op 27 april 1915 zag in Hulten de R.K. Boerenbond (NCB) het licht. Ook was er een R.K. Tuinbouwbond, de R.K. Eierbond, de R.K. Geitenfokvereniging, een Boerenleenbank en een armenbestuur. Ook begon men steeds meer langs de weg, rond de kerk en de school te bouwen. Hulten groeide.

 

In mei 1940 namen de Duitse bezetters het vliegveld Nerhoven in bezit en breidden het uit. Hierdoor moesten 11 gezinnen Hulten verlaten en moest de weg naar Gilze verlegd worden.  

 

In de oorlogsjaren bleef Hulten, met name door de nabijheid van het vliegveld niet gespaard. Op 19 augustus 1943 vielen honderden bommen verspreid over een brede strook op Hulten neer. Brandende boerderijen, verwoeste huizen, dode en gewonde mensen, waarvan vele op de velden, waar ze aan het werk waren.  

 

Een tweede tegenslag kwam toen bij een bombardement van de geallieerden op 3 september 1944 de kerk, pastorie en een groot gedeelte van de school werden verwoest. Door vaardige handen van jonge boeren werd de schuur van weduwe Van Dongen, achter Stad Parijs, ingericht tot noodkerkje.

 

Eind oktober 1944 werd Hulten bevrijd. Nabij de verwoest kerk werd in opdracht van pastoor Van de Brûle in 1945 een houten noodkerk gebouwd. Op 20 mei 1951 werd de eerste steen gelegd van de huidige kerk. De kerk werd fraaier dan voorheen, nu ook met een toren, waarin ook een uurwerk werd aangebracht. Op 31 maart 1952 werd de kerk plechtig ingewijd.  

 

In 1947 telde Hulten met haar buitengebied ± 700 inwoners, bijna twee keer zoveel als bij de oprichting van de eigen parochie. In 1951 was dat aantal teruggelopen tot 533. Vanaf deze tijd gaat Hulten weer groeien. Tegenover de kerk komt een bakker, terwijl Dirk de Swart een café met winkelpand naast de kerk begint. Vlak ernaast kwam ook de potten en pannenwinkel van Gerrit Veroude. Naast “Het Hoekske, daar waar heden het restaurant de “Chinese Muur” staat, was een kruidenier. En ook in Rijksweg 3 was een kruidenier, gehouden door Christje van de Veeken.

 

In de jaren zeventig kwam er een elektriciteitszaak in het pand. Tenslotte bouwde de heer W. Bakermans uit Eindhoven het pand Rijksweg 22, een café met winkel, met ernaast ook een (timmer)werkplaats. In dit pand is ook nog een tijd een fietsenhandel en -makerij gevestigd geweest. Aan de Hultenseweg was de Boerenleenbank gevestigd. In 1965 is het inwonersaantal weer opgelopen tot ± 630. 

 

De jaren 70 en 80 zijn voor Hulten een rustige, voorspoedige periode. Sociaaleconomisch verandert er nogal wat en dit niet altijd alleen maar ten goede. De middenstand, bakker, slager en groenteboer/kruidenier en fietsenmaker verdwijnen in deze periode uit het dorp. Hulten wordt in deze periode echt een “woon dorp” met mooie huizen en veel groen.  

 

In de jaren 1985 tot 2000 bereidt het dorp uit. Het sportveld aan de zuidzijde van Oude Baan (achter de Chump) wordt verplaatst naar de noordzijde. De Oude Baan wordt aan tweezijde bebouwd met vrijstaande woningen. Het zelfde gebeurt met de Gerardus Majellastraat.   

 

In 1993 laat tijdens de herindeling Tilburg het oog vallen op Hulten. O.l.v. Willem Dictus, pastoor van Hulten en de Belangenvereniging Hulten protesteren de Hultenaren met succes. De onderlinge verbondenheid van de Hultense bevolking werd door alle activiteiten eerder versterkt. Hulten werd zelfs genoemd ‘het Aerts paradijs, met een ludieke verwijzing naar burgemeester Aerts.

 

In 1996 na de herindeling is Hulten (gedeeltelijk) behouden en ressorteert het onder Gilze-Rijen.  De ontwikkelingen zijn echter niet tegen te houden. Hulten is inmiddels bijna vastgegroeid aan Rijen door de ontwikkeling van een groot bedrijventerrein. Aan de oostkant komt ‘De Reeshof’ in rap tempo dichterbij. Slechts de handhaving en verdere ontwikkeling van de groene bufferzone tussen Rijen en Hulten en het behoudt van bosgebied ’t Blok zullen er voor kunnen zorgen dat Hulten zijn identiteit behoudt. Het huidige inwonersaantal is ongeveer 330.